Zelfondersteuning

Door de vitaalveldtherapie worden in hoge mate ballaststoffen (toxinen) in het lichaam losgemaakt, die vervolgens moeten worden uitgescheiden. Dit uitscheidingsproces kan, in overleg met uw therapeut, gedurende de totale behandelingsduur door de volgende maatregelen worden ondersteund:

Iedere dag 2-3 liter mineraalarm water drinken

Alleen mineraalarm water zonder koolzuur kan losgemaakte ballaststoffen als een spons opnemen. Deze worden dan via de urine uitgescheiden.

Genoeg beweging en frisse lucht

Door beweging wordt. naast vele fysiologische processen, ook de lymfe activiteit en daarmee de ballaststofafvoer gestimuleerd. Frisse lucht ondersteunt het lichaam daarbij.

Voldoende slaap

Met name gedurende een therapie worden er hogere eisen aan het lichaam gesteld en daarom heeft het voldoende hersteltijd nodig gedurende de nacht.

Vitaminerijke voeding

De door de therapie geactiveerde uitscheidingsprocessen eisen meer energie van het lichaam. Met name vitaminerijke voeding,

zoals vers fruit en groente, zorgt ervoor dat het lichaam eenvoudig bruikbare energie in hoge mate ter beschikking staat. Let u er echter op om 's avonds geen rauwkost (met name sla en fruit) te eten.

Aanvullende voedingssupplementen

Om de cellen beter tegen de losgemaakte slakken of van buiten komende belastingen (waardoor vrije radicalen in het lichaam ontstaan) te kunnen beschermen, wordt aanbevolen om extra vitaminen, mineralen, enzymen en aminozuren in de vorm van voedingssupplementen in te nemen.

Eventuele aanvullende maatregelen

Zoute baden, sauna, droogborstelen, darmspoelingen, uitscheidingsactiverende thees en genezingsmiddelen (nieren, blaas, lever, lymfe).

Vermijding/beperking van extra belastingen

Daartoe behoort bijvoorbeeld het genot van alcohol, koffie, sigaretten en zoetigheden, maar ook te lang zonnebaden, woonruimte en milieuvergiften en technische stralingen.

Tot slot

Gezonde voeding is geen mystieke aangelegenheid, geen mysterieus dieet. maar een broodnuchtere zaak. Kijk naar het dieet van de oermens en eet wat hij at. Dat zal echter in onze samenleving niet altijd meer goed mogelijk zijn; kies dan voor het alternatief, dat daar het dichtst bijkomt. De richtlijnen in dit hoofdstuk gelden voor de gemiddelde mens en dus kunnen individuele personen een afwijkende behoefte hebben. Zo is wel gebleken dat bepaalde mensen niet goed gedijen op een vegetarisch dieet, terwijl anderen juist niet goed functioneren op dierlijke eiwitten. Men moet dus nooit overspannen doen over voeding: er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.