Resonantie homeopathie
De ontdekking van de homeopathie in 1796 door de Duitse arts dr. Hahnemann die, ontevreden met de medische praktijken van zijn tijd, op zoek ging naar een verbeterde geneesmethode, mag inderdaad revolutionair genoemd worden. Hij ontdekte de tussen ziekte en geneesmiddel bestaande specifieke betrekking welke in de beroemde stelling Similia Similibus Curentur ("het gelijke wordt door het gelijkende genezen") wordt uitgedrukt. Ook wees hij de beproeving van nieuwe geneesmiddelen op dieren af maar introduceerde in plaats daarvan het onderzoek op gezonde mensen. Hij stelde proefondervindelijk vast dat bepaalde stoffen in grote concentraties schadelijk zijn en in geringe concentraties (vanaf verdunning D4 en hoger) heilzaam.
Hiermee introduceerde hij de homeopatische verdunning, waardoor het geneesmiddel wordt toegediend in zulk een geringe hoeveelheid dat daardoor absoluut geen schade kan worden veroorzaakt. Hij ontdekte het verschijnsel "potentiëring", een procédé van systematisch verdunnen en schudden, waardoor de kracht van de oorspronkelijke werkzame stof energetisch wordt opgeladen en versterkt. Ook benoemde hij de belangrijke factor constitutie, welke bij de anamnese en de beoordeling van het uiteindelijke hoofdmiddel een belangrijke rol kan spelen. Tijdens zijn leven heeft Hahnemann volgens zijn methode ongeveer 60 geneesmiddelen onderzocht en beschreven.
Ook in de tegenwoordige tijd vindt de homeopathie wereldwijd nog altijd erkenning en waardering en vele fabrikanten van natuurgeneeskundige medicijnen vervaardigen de talloze enkelvoudige zowel als de complexmiddelen volgens klassiek alsmede volgens nieuw ontwikkeld hedendaags recept.